Nederlands: De koorkap is van effen wijnrood zijdefluweel, waarop afzonderlijk op een linnen ondergrond geborduurde motieven zijn geappliceerd. De motieven zijn gerangschikt rond een centraal geplaatst thema: de Hemelvaart van Maria. Zij staat met gevouwen handen in een stralenkrans met aan weerskanten een engel. Rondom Maria zijn de contourlijn van de koorkap volgend serafijnen op een rad, dubbelkoppige adelaars, klokjes, gestyleerde lelies en andere gestyleerde bloemen aangebracht. Tussen de bloemen fijne ranken. Het koorkapschild is gemaakt van een 17de-eeuws fluwelen weefsel met een ranken en bloemenpatroon.

Aan de voorkant van de koormantel zijn links en rechts geborduurde stroken vastgezet met elk vier apostelen, die voor een deel niet te identificeren zijn. De figuren staan onder eenvoudige baldakijnen waarboven drie torentjes op een met kruissteken geborduurd vloertje. Links en rechts een venster. Links v.b.n.b. de gebaarde apostel Thomas in tuniek en mantel. In de linkerhand houdt hij zijn attribuut, de winkelhaak. Daaronder, afkomstig van een ander borduurwerk, een onbekende apostel. Onder hem een jeugdige apostel met knots en opengeslagen boek in de linkerhand (Thaddeus of Jacobus Minor) en als laatste een ten dele versneden apostel met banderol. De rechterstrook toont bovenaan een gebaarde apostel met tuniek en mantel, daaronder een jeugdige apostel met muts en banderol, vervolgens de bebaarde Simon met zijn attribuut de zaag in de linkerhand, en ten slotte een jeugdige apostel met een muts met opgeklapte rand en een niet te duiden attribuut in de rechterhand (knots? Thaddeus?).

Techniek: de applicaties op het fluweel van de koorkap zijn op de lichaamspartijen na voor het grootste deel uitgevoerd met gelegd en met zijde gehecht gouddraad.

Techniek van de geborduurde stroken aan de voorkant: de vloeren zijn van zijde in kruissteek. De gedamasceerde achtergrond is van gelegd en met zijde in blokjespatroon gehecht gouddraad. De aureolen zijn ook van gelegd en met zijde gehecht gouddraad. Lichaamspartijen, kleding en attributen zijn van zijde in ingrijpsteek. Voor de boekranden is ook gebruik gemaakt van gouddraad.

Staat: ter hoogte van de schouders zijn er enkele scheurtjes; hier en daar zijn de gelegde gouddraden losgeraakt.