Nederlands: Kazuifel in vioolvorm van rood fluweel met gesneden pool. Het borduurwerk op beide kanten is in de vorm van een latijns kruis. De oorspronkelijke voering van grof ongebleekt linnen is later van het kazuifel verwijderd.

Op het bovenste gedeelte en de beide kruisarmen van de achterzijde wordt onder een eenvoudig baldakijn, waarvan het gewelf steunt op getorste zuilen en het middentorentje deels is afgeknipt, de Verrijzenis afgebeeld. Christus, gehuld in zijn grafkleed, staat naast de open tombe in een berglandschap, de rechterhand in een zegenend gebaar naar boven geheven en in de linker een wapperend kruisvaan. Op de grond vóór het graf kruipen vier ontstelde wachters, gehuld in diverse wapenrustingen. Ze heffen de handen omhoog om de goddelijke glans af te weren. Aan de uiteinden der kruisarmen twee gedeelde wapenschilden: links met het Jeruzalemkruis en keper met losanges, rechts twee Jeruzalempalmtakken en horizontale banen. Daaronder in de kolom voor een houten stal met strodak de Geboorte. Maria knielt in aanbidding neer voor de grote voedertrog, die dienst doet als wieg voor het naakte Christuskind. Rechts zien os en ezel toe. In de lucht boven de stal de ster van Bethlehem. Onderaan tegen een gedamasceerde achtergrond een versneden afbeelding van Antonius Abt in pij en met staf. Hij draagt een hoofddeksel met oorkleppen en houdt een opengeslagen boek vast met het belletje. Aan zijn voeten is zijn attribuut, het varken, nog gedeeltelijk zichtbaar. Het fragment is versneden.

In de kolom op de voorzijde drie heiligen onder dezelfde baldakijnen tegen een gedamasceerde achtergrond: bovenaan paus Cornelius in albe, dalmatiek en koorkap, met de pauselijke staf en zijn attribuut, de hoorn. Daaronder de apostel Petrus in onderkleed en mantel. Hij draagt een boek en de sleutel. Tenslotte St. Sebastiaan (Joris?), afgebeeld in ridderkledij: harnas, mantel, hosen en een hoed. Bij zich draagt hij een pijl en boog. Op de borst draagt hij een Jeruzalemkruis.

Techniek: bij dit borduurwerk is niet in de lazuurtechniek gewerkt, maar met gelegd en met zijde gehecht gouddraad (achtergrond). Delen van de kleding en de lichaamspartijen en landschap zijn van floszijde in ingrijpsteek.